Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

6 Interview dental tribune - netherlands edition april 2011 “ ” “ ” spuitje en vullen met lateraal ge- condenseerde guttaperchastiften. Een heel simpele techniek.” In een recente voordracht met als titel ‘Regeneratie van de pulpa: leven na de dood’ schetste u de toekomst van de endodonto- logie (zie NTvT 2010;8:479). De endodontoloog opent een ge- bitselement waarvan de pulpa is afgestorven en spoelt het wortel- kanaal schoon. Vervolgens spuit hij er een gel in met een aantal stamcellen, groeifactoren, strips die dienen als hechtmateriaal en mogelijk antibiotica. Hij sluit het gebitselement goed af en de pati- ent kan naar huis zonder verdere behandeling. Uit de stamcellen zal nieuw pulpaweefsel ontstaan, zodat het gebitselement er weer (min of meer) uit komt te zien alsof er nooit problemen zijn ge- weest. Toekomstmuziek, of staat de endodontologie voor een na- derende revolutie? “Het zou natuurlijk een fantas- tische omwenteling zijn als we een kanaalbehandeling niet meer hoeven te zien als het openma- ken en uithollen van een kies en het opvullen van de holte. Wat nu als we het zieke of dode deel eruit kunnen halen en genezing kun- nen bewerkstelligen: teruggroei van levend weefsel. Onderzoek met stamcellen is veelbelovend. Dat is niet nieuw natuurlijk, op veel gebieden in de medische we- tenschap is het nut van stamcel- len bewezen. De tandheelkunde is daar niet anders in: hier gaat het om het vervangen of repare- ren van verloren gegane weefsels, tanden of kiezen. Stel: je mist een kies. Dan ga je naar de tandarts, die haalt een blisterverpakking uit de koelkast, maakt een sneetje in het tand- vlees en stopt er een soort tul- penbolletje in. Na een paar we- ken of maanden groeit daar een gezonde kies uit.” Hoe ver ligt dit scenario van ons af? “Eerst dacht ik voor tandheel- kundige toepassingen aan een jaar of vijftig, toen dertig, en re- centelijk vertelde een Ameri- kaanse onderzoeker mij dat bin- nen nu en twintig jaar de eerste tandheelkundige toepassingen van stamcelgeleide regeneratie plaats zullen vinden. De vraag is in welke vorm en hoe breed het kan worden toegepast, maar van een verbetering is absoluut sprake. Het zal er in de endodontolo- gie anders aan toe gaan, maar dat geldt voor de hele medische we- tenschap. Zo zullen huidtrans- plantaties niet meer nodig zijn, omdat met stamcellen eigen huid gekweekt wordt. Elke discipline zal met nieuwe mogelijkheden te maken krijgen. Wij horen daar zeker ook bij. Of dat betekent dat over een jaar of twintig wortelka- naalbehandelingen in de huidige vorm achterhaald zijn, dat zal de tijd leren. Misschien voor sommi- ge tanden en kiezen wel, voor an- dere niet. Of het een luxe, prijzi- ge toepassing wordt of juist niet, ook dat is moeilijk in te schat- ten.” Hoe waren de reacties van vak- genoten op de voordracht? “Het was komisch dat de lezing werd aangekondigd in de con- gresfolder en dat ik prompt werd gebeld door een tandarts, die een patiëntje had waarvan ze dacht dat dit misschien een goede toe- passing was. Ze wilde graag de leverancier weten waar ze de middelen kon kopen. Die heb ik toch moeten teleurstellen: in onze carrière gaan we dit waar- schijnlijk niet meer meemaken. Ik geloof niet dat het als een bedreiging wordt gezien van het vak, maar spannend is het wel. Als tandarts wil je aan tanden knutselen en dat doen we in de toekomst ook nog, maar mis- schien op een andere manier. Stamcellen of niet, het blijft de tandarts die de behandelingen doet. Je moet het ook ruimer zien. Voor ons gaat er wat veranderen, maar wat betekent dit alles voor een tandarts in Zuid-Amerika of Afrika? Kunnen meer tanden of kiezen worden gered? Een wor- telkanaalbehandeling blijft na- tuurlijk een tweede kans. De eer- ste kans zit in goede preventie en restauratie.” In dezelfde voordracht ging u in op de voordelen van MTA als bruikbaar materiaal bij apexre- secties. Wat is zo goed aan dit materiaal? “Het mooie ervan is dat het zo ontzettend weefselvriendelijk blijkt te zijn. Dat geldt voor bot, zenuwen, pulpa of andere weef- sels. Daardoor biedt het goede resultaten. Eigenlijk verrassend, want het is heel simpel materiaal: Portland metselcement. Ik denk dat veel elementen die vroeger verloren waren gegaan omdat er niet-restaureerbare defecten wa- ren, met MTA behouden kunnen blijven. MTA is nu een jaar of tien op de markt en het is een fantas- tische aanvulling. Amalgaam is tegenwoordig voor apexresecties geen toepassing meer: het is volkomen obsoleet geworden. MTA is nu het middel van eerste keus. Bij de behande- ling van jonge elementen met een wijd open wortel kan de wortel sneller gesloten worden, waar- door de behandeling veel korter duurt. Voor kinderen is dat heel prettig. MTA vervangt oude ma- terialen die nadelen hadden en het maakt lastige behandelingen eenvoudiger. Bovendien kunnen we problemen oplossen waar we dat vroeger niet konden, zoals bij perforaties van wortels. Die kun- nen we met MTA succesvol slui- ten.” In de medische wereld is de laat- ste jaren veel aandacht voor Cone Beam Computed Tomography: driedimensionale röntgenafbeel- dingen. Ook in de tandheelkunde wordt CBCT steeds meer toege- past. Biedt deze innovatie ook voor de endodontoloog mogelijk- heden? “Ik verwijs patiënten weleens om zo’n opname te laten maken en ik overweeg zelfs om er zelf één aan te schaffen. De regelgeving wordt waarschijnlijk aangescherpt; het is de vraag hoe dit het gebruik ervan in de tandheelkunde be- invloedt. Maar zeker in de endo- dontologie zijn er gevallen waar- in CBCT duidelijk meerwaarde biedt. Het maakt een betere behandeling mogelijk.” Zou de endodontologie meer de vruchten plukken van CBCT-op- namen dan andere tandheelkun- dige specialismen? “Ik hoor dat ook kaakchirurgen en pathologen er veel profijt van hebben. Je moet je wel telkens af- vragen of je de behandeling met conventionele middelen óók goed af kunt. De stralingsbelasting voor de patiënt is nu eenmaal ho- ger met CBCT en daarom moet wel sprake zijn van een duidelijke meerwaarde. Als je, zoals ik, al- leen kanaalbehandelingen uit- voert, zie je regelmatig zeldzame afwijkingen zoals resorpties of anatomische variaties. Een alge- meen tandarts krijgt daar bijna nooit mee te maken. Juist in die gevallen zou je eerder kiezen voor een driedimensionale scan.” Als u een CBCT-apparaat in huis heeft, wordt dan voorafgaand aan elke wortelkanaalbehandeling een driedimensionale opname gemaakt? “Dat zou ik zeker niet voor elke behandeling doen. Een regulie- re kanaalbehandeling kan prima zonder CBCT. Maar als de moge- De behandelmicroscoop: een belangrijke innovatie in de endodontologie Of over een jaar of twintig wortelkanaalbehandelingen in de huidige vorm achterhaald zijn, dat zal de tijd leren Het grootste nadeel van systemen die claimen de oplossing te zijn voor endodontische problemen, is dat het een soort kookboek wordt