Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

10 Excerpt dental tribune - netherlands edition mei 2011 6.2 PRIK-, SPAT- EN SNIJACCIDENTEN In situaties waarin risicovolle (be)handelingen worden uitge- voerd (zie paragraaf 6.1 bij ver- diepingsstof), is de kans op prik-, spat- en snijaccidenten helaas al- tijd aanwezig. Daardoor is er ook altijd de kans op besmetting met door bloed overdraagbare aan- doeningen. In de tandheelkunde spelen bij dergelijke accidenten in principe drie virussen een hoofdrol: het hepatitis-B-(hbv) en het hepati- tis-C-virus (hcv) en hiv. De kans op besmetting bij een prikacci- dent is voor hepatitis B ruim 30%. De besmettingskans voor hiv is daarbij vergeleken zeer laag: 0,3%; in de dagelijkse praktijk in feite een kleine kans. Alle ophef over infectiepreventie met het oog op aids is dus irrelevant, want de bescherming tegen hepatitis B is veel meer aan de orde! Alleen te- gen hepatitis B is vaccinatie mo- gelijk; tegen de overige hepatitis- varianten dus niet. Voor iedereen geldt dus dat voorzichtigheid is geboden (en blijft), ongeacht het feit of je nu wel of niet gevacci- neerd bent! Het is dringend ge- wenst er onder alle omstandighe- den naar te streven dat er zo veilig mogelijk wordt gewerkt. Het is goed zich te realiseren dat spataccidenten (onopge- merkt contact van bloed met microverwondingen) in feite de- zelfde gevolgen kunnen hebben als prik- en snijaccidenten. 6.2.1 Preventie van prikaccidenten Als belangrijkste maatregelen ter voorkoming van prikaccidenten gelden: • De apparatuur om tandsteen te verwijderen pas aankoppelen bij gebruik en altijd direct na ge- bruik afkoppelen! Dit voorkomt verwonding van onderarm of el- leboog door de (vieze) tip. • Veilig verwerken van naalden. Het meest gebruikt is de ‘naal- dencontainer’, waarin ook ge- bruikte mesjes en spalkdraden kunnen worden verzameld. Om te voorkomen dat er met besmette naalden door de praktijk wordt gelopen, moeten de containers bij voorkeur aan- wezig zijn op de plaats waar de gebruikte naalden worden ver- werkt. Dit is tevens van belang om bij een eventueel prikacci- dent te weten van welke patiënt de naald afkomstig is! Wanneer na een behandeling alles op de tray wordt afgevoerd om pas naderhand verwerkt te worden in de sterilisatieruimte, kan het vervolgens bij prikaccidenten onduidelijk zijn van welke pa- tiënt het materiaal afkomstig zou zijn. Dit is een excerpt uit de recent verschenen tweede, herziene druk van het boek Infectiepreventie van A tot Z (Standby praktijkreeks, Bohn Stafleu van Loghum, 2011; ISBN 978 90 313 8742 7), geschreven door mevr. D.M. (Dorothé) Voet. • Het recappen van de gebruikte naalden dient altijd handsfree te gebeuren. Dit kan met be- hulp van speciale recapinstru- menten of door voorzichtig de gebruikte naald bijna geheel in de losliggende dop te schui- ven. Daarna kan met de andere hand de dop stevig verder aan- gedrukt worden. Dit handsfree recappen geldt ook voor de naalden van hypo- chlorietspuitjes en (lange)naal- den voor etsgel! Let op: Deze naalden zijn regelmatig (ex- pres) gebogen en kunnen zeer onverwachte verwondingen veroorzaken. • Na het afschroeven van de an- esthesienaalden mag de ach- terzijde van het oorspronkelijke beschermhoesje niet worden teruggeplaatst. Ook hierbij zou zich namelijk een prikaccident kunnen voordoen met besmet- te vloeistof in de naald… • Het verwijderen van scalpel- mesjes van een metalen re-usa- ble heft moet handsfree gebeu- ren door met een chirurgische pincet het mesje van het heft af te schuiven, direct in de naal- dencontainer. • Voorkom prikaccidenten bij het verzamelen van naalden in de container door deze niet meer dan 3/4 te vullen. Naarmate de container voller wordt komen de naalden zo dicht bij de rand dat je jezelf zou kunnen prik- ken wanneer je nog een naald toevoegt. • Veilig afvoeren uit de praktijk. Dit voorkomt mogelijke prikac- cidenten bij schoonmaakperso- neel of vuilnismannen. Uitge- breide informatie over hepatitis en maatregelen om besmetting te voorkomen is te vinden op www.hepatitis.nl. Mocht zich onverhoopt toch een prik-, snij- of spataccident voor- doen, dan moeten de onderstaan- de stappen worden ondernomen, die zijn vastgelegd in de Richtlij- nen voor infectiepreventie binnen instellingen voor de gezondheids- zorg. Daarnaast zijn er duidelijke in- formatiefolders en prikacciden- tenformulieren van de Arbodienst beschikbaar. 6.2.2 Basisprotocol bij prikaccidenten In het kort worden in het protocol de volgende stappen beschreven: • Wond goed laten doorbloe- den en daarna de huid desin- fecteren met 70% alcohol. Bij spataccidenten op slijmvliezen: direct goed spoelen met wa- ter (oogdouche) of met fysiolo- gisch zout. Bij hypochloriet in de ogen moet minstens 15 mi- nuten gespoeld worden! • Het prikaccident moet worden gemeld, zodat inzicht kan wor- den verkregen in de reële kans dat iemand geïnfecteerd raakt. In de tandartspraktijk moet bij de telefoon duidelijk zichtbaar informatie beschikbaar zijn over het te bellen telefoonnum- mer! De melding moet binnen 2 uur gerealiseerd zijn om een oordeel te vellen over de be- smettingskans en eventueel acuut gewenst bloedonderzoek. • Vul het Arbo-prikaccidentfor- mulier in, stuur het op naar de Arbodienst en laat direct bloed afnemen. Dit is nodig als ver- gelijkingsmateriaal bij latere onderzoeken. Het wordt aan- bevolen om bij een geconsta- teerd verhoogd risico op over- draagbare ziekten altijd direct bloed te laten afnemen. Dit wordt een zogenaamd nul- monster genoemd. Dit wordt niet onderzocht maar blijft be- waard en vergeleken met bloed dat na 3 en 6 maanden wordt afgenomen. Indien zich ge- zondheidsklachten ontwik- kelen in die periode kan ver- gelijking van de monsters aantonen of je de ziekte moge- lijk al bij je droeg op het mo- ment van het accident of dat de besmetting door het prikac- cident is opgelopen. Dit is van belang voor de verzekering! • Laat de bron (patiënt) onder- zoeken op de aanwezigheid van besmettelijke ziekten. (Bij het oplopen van letsel tijdens af- wassen zal niet duidelijk zijn van welke patiënt het instru- ment is geweest.) Sinds 2004 bestaat er via een arrest van de Hoge Raad de mogelijkheid de bron op be- smettelijke ziekten te laten onderzoeken. Hiermee wordt voorbijgegaan aan de wet op de privacy van patiënten omdat het belang van de geprikte persoon in dit arrest zwaarder telt. • Afhankelijk van de uitslag van het bloedonderzoek kunnen verdere stappen worden onder- nomen. Mogelijk moet men ge- durende een bepaalde (lange) tijd een antiviraal middel inne- men. De bijwerkingen van der- gelijke middelen zijn meestal nogal hevig. 6.3 HANDVERZORGING, MIDDELEN EN METHODEN 6.3.1 Discipline voor handhygiëne Het toepassen van goede hand- hygiëne is in de strijd tegen de verspreiding van ziektekiemen van bijzonder grote waarde. Toch zijn de aandacht ervoor en de uit- voering ervan doorgaans onder de maat. Zelfs in ziekenhuizen en op an- dere plaatsen waar veel (resisten- te) bacteriën voorkomen, wordt handhygiëne helaas niet altijd even zorgvuldig toegepast. In de fijne huidplooien van de handen nestelen zich makkelijk vele soorten m.o. die zich niet goed laten verwijderen bij het gewone handenwassen. Wan- neer de huid in aanraking zou komen met slijmvlies van een patiënt kunnen de m.o. van de hand heel eenvoudig ‘losweken’ en in de mond van de patiënt te- rechtkomen. Ook onder de nagels bevindt zich een enorme hoe- veelheid m.o. die zelfs met een nagelborstel niet geheel te verwij- deren is. Kunstnagels zijn een vreselij- ke bron van bacteriën gebleken en mogen in de gezondheidszorg dan ook niet door de medewer- kers gebruikt worden! 6.3.2 Handverzorging, waarmee? In geval van zichtbare vervuiling van de handen en in de voorberei- ding op chirurgische ingrepen is het noodzakelijk om ze te wassen met water en zeep. In alle ove- rige situaties kan de handhygiëne het beste worden uitgevoerd met een speciaal handdesinfectans, kortweg handalcohol genoemd. Er is gebleken dat doorgaans veel meer bacteriën op de han- den achterblijven na handenwas- sen dan na desinfectie met een desinfectans. Het is sterk aan te bevelen om op plaatsen waar zich véél, sterk virulente of zelfs re- sistente bacteriën bevinden, bij voorkeur gedurende 30 secon- den de handen te desinfecteren met handalcohol in plaats van ze te wassen met zeep (Gebu 2003; 37:23). Handhygiëne met een desin- fectans kost minder tijd dan was- sen met zeep, omdat de handen niet afgedroogd hoeven te wor- den, het minder aan één plek ge- bonden is (dispensers kunnen overal opgehangen worden) en schonere handen oplevert! De handdesinfectiemiddelen op basis van ethylalcohol (etha- nol) lijken een mogelijk risico te vormen voor de gezondheid indien er beroepsmatig gebruik- gemaakt moet worden van der- gelijke desinfectantia. Hierdoor kan mogelijk bij veel- vuldig gebruik te veel alcohol via de handhuid het lichaam bin- nendringen. Handdesinfectiemiddelen op basis van isopropanol zouden veiliger zijn. Lees goed de productbeschrij- ving om zeker te zijn van een veilig product! Actuele ontwikkelingen op het gebied van het toestaan en/of toegestaan blijven van diverse soorten desinfectans zijn te vol- gen via www.wip.nl. Handdesinfectiemiddelen, kort- weg handalcohol genoemd, die in vloeibare vorm of als gel op de markt zijn, worden gecombineerd met een huidverzorgingsproduct, een zogenoemde terugvetter. 6.3.3 Desinfectie met handalcohol, wanneer? • Vooraf. De handen moeten al- tijd schoon en gedesinfec- teerd zijn bij de aanvang van de werkzaamheden in de be- handelkamer. Daarmee wordt voorkomen dat een mogelijke besmetting van de patiënten- handen (door hoesten, niezen of toiletbezoek) in de behandel- Capita selecta Geplastificeerde jobaid betreffende maatregelen rondom prikaccidenten. Handalcohol op basis van isopropanol. De verpakking moet in de tandartspraktijk altijd handsfree te bedienen zijn. Overigen verpakkingen zijn alleen voor privégebruik.