Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

4 Interview dental tribune - netherlands edition mei 2011 TEKST: JAN FRANKE FOTO’S: JOB SCHLINGEMANN Reinoud van Wijk (1958) werkte na zijn studie tand- heelkunde aan de VU – deels op zee – als tandarts voor de Koninklijke Marine, had een eigen praktijk in Amsterdam en was daar namens de VVD actief in de gemeenteraad. Ook was hij adviserend tand- arts voor twee zorgverzeke- raars. Land en zee bleken niet genoeg: Van Wijk haalde het vliegbrevet voor helikopters en vliegtuigen en werkt sinds- dien ook als piloot. De In- spectie van de Gezondheids- zorg (IGZ) profileert zich, in een tijd dat de mondzorg in Nederland voor grote veran- deringen staat, steeds na- drukkelijker. Een interview over de stand van zaken en toekomst van de mondzorg, en de rol van de IGZ daarin. Eind 2010 kondigde het IGZ aan dat het aantal onaangekondigde bezoeken aan mondzorgpraktij- ken door inspecteurs sterk zou toenemen. Hoe verloopt de uit- voering van dit plan? “We leggen meer onaangekon- digde bezoeken af, omdat we va- ker ‘zomaar’ bij een praktijk naar binnen willen lopen. We doen meerdere bezoeken per week, en streven naar 200 bezoeken per jaar. Ondanks de toename in be- zoeken halen we ons streefaan- tal nog niet. Een deel van onze capaciteit wordt namelijk opge- slokt door het groeiende aantal meldingen. Mensen weten ons beter te vinden, en daar reageren wij op. Daarnaast hebben we een tijdelijk capaciteitsprobleem door ziektegevallen.” Kwam het plan voort uit kritiek op het functioneren van de IGZ? “Het was een combinatie. Er wa- ren signalen vanuit de eigen orga- nisatie. Wij willen, naast het af- handelen van meldingen, met de onaangekondigde bezoeken voor- al situaties aantreffen die ook pa- tiënten kunnen tegenkomen. Op die manier krijgen we een steek- proef van de praktijken waar wij niet komen, omdat er geen mel- dingen over zijn. De bezoeken die wij doen op ba- sis van meldingen zijn ook on- aangekondigd, maar volgen naar aanleiding van een brief. Ik noem de andere bezoeken liever at ran- dom. Ik denk niet dat de aankon- diging tot zenuwachtigheid leidt. We komen kijken en als er niets aan de hand is: prima! De afgelopen twee jaar zijn op veel plaatsen praktijken aange- sproken, en in sommige geval- len ook gesloten. We zien dat – ook door de media-aandacht voor deze maatregelen en sluitingen – de beroepsgroep een stuk alerter is geworden. Men denkt: het is de overheid menens. We moeten maatregelen nemen.” Verwacht u dat de toename van onaangekondigde bezoeken tot verbeteringen leidt? “Qua effecten vernemen we van- uit tandheelkundig Nederland – van de groothandel en de indus- trie – dat de belangstelling voor cursussen als ‘Infectiepreventie’ en ‘Stralingsbescherming voor tandartspraktijken’ enorm toe- neemt. De signalen worden op- gepikt en er wordt verantwoor- delijkheid genomen. Dat is een goede zaak. Wij verwachten dat de verbeterde praktijkorganisa- tie een manier van werken en een precisie bevordert waarmee de patiënt in de toekomst direct zijn voordeel zal doen.” Kunt u een praktisch voorbeeld geven van wat u in de dossier- vorming binnen de mondzorg opvalt? “Het is voor zorgverleners niet altijd even makkelijk. De huidige programma’s zijn oorspronkelijk financiële administratieprogram- ma’s. Als een tandarts een pati- entdossier openslaat, ziet hij in de meeste gevallen als eerste wat de in het verleden gedeclareerde codes zijn. Als ik naar mijn huis- arts ga, ziet deze als eerste wat mijn klachten, wensen en ziekte- patronen zijn. Daar moeten tand- artsen ook naartoe.” In een interview in 2008 ging u in op de behoefte van patiën- ten aan transparantie in de zorg. Bent u tevreden over de trans- parantie zoals u die momenteel aantreft? “Bij onze inspecties nemen wij transparantie zeker mee. In de Nederlandse tandheelkunde wordt veel aan taakdelegatie ge- daan. Dat mag volgens de wet. Maar wij krijgen meldingen van patiënten die verklaren: ‘ik ver- keerde twee jaar in de veronder- stelling dat ik door een tand- arts werd behandeld. Nu blijkt dat niet zo te zijn!’ Vaak gaat het om een patiënt die nieuw in een praktijk is gekomen. De eerste keer werd gezegd: ‘Goh, mevrouw of mijnheer, komt u maar. We maken foto’s, doen een mondon- derzoek en dan stellen we een be- handelplan op’. Maar over de kwalificatie van het personeel dat de behande- ling gaat uitvoeren, werd de pa- tiënt niets verteld. Dat vinden ze, denk ik terecht, vervelend. Het zegt helemaal niets over de ge- leverde kwaliteit, maar de tand- arts moet duidelijk zijn: ‘We heb- ben een behandelplan gemaakt, en ik stel voor dat mijn assistent dat gaat uitvoeren.’ Dan heeft de patiënt de mogelijkheid ja of nee te zeggen. Als de tandarts veel zaken uit handen kan geven aan assistenten, dringt de vraag zich op: waar is de tandheelkundige opleiding voor?” Met het oog op dit soort situ- aties stelde de IGZ in 2008 de circulaire ‘Taakherschikking in de tandheelkundige praktijk en het uitvoeren van voorbehouden handelingen door niet-tandart- sen’ op. Vindt u dat de mogelijk- heid tot taakdelegatie in de wet BIG soms wordt misbruikt? “ ” Men denkt: het is de overheid menens. We moeten maatregelen nemen “Wij constateren dat een tekort- koming nooit op zichzelf staat” Interview met Reinoud van Wijk, inspecteur mondzorg IGZ