Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download

Dental Tribune Netherlands Edition

8 Excerpt dental tribune - netherlands edition juni 2011 Implantologie: de juiste behandeling kiezen DOEL In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de oorzaken van het verlies van gebitselementen en hoe dit de te kiezen vervangingsmethode kan beïnvloeden. We kijken naar de noodzaak van vervanging van ontbrekende gebitselementen en geven een overzicht van de voor- en nadelen van elke vervangings- methode. RESULTAAT Na bestudering van dit hoofdstuk heeft de lezer inzicht in de wijze waarop de oorzaak van tandver- lies invloed heeft op het behan- delplan en de beschikbare opties voor vervanging van de gebitsele- menten. INLEIDING In de hedendaagse tandheelkun- de zouden dentale implantaten beschouwd kunnen worden als de methode bij uitstek voor ver- vanging van gebitselementen. Toch mag niet worden voorbijge- gaan aan de alternatieve metho- den ter vervanging van een verlo- ren gegaan gebitselement. OORZAKEN VAN VERLIES VAN GEBITSELEMENTEN Eerst dient de oorzaak van het verlies van gebitselementen te worden vastgesteld, aangezien dit vaak van invloed kan zijn op het behandelplan. De prognose van de dentitie in zijn geheel dient te worden bepaald, alsmede die van de directe buurelementen van het te vervangen gebitselement c.q. de te verwachten gebitselemen- ten. Indien verlies van nog meer gebitselementen wordt verwacht, moet daarmee in het behandel- plan te allen tijde rekening wor- den gehouden. Als de prognose van de restdentitie ongunstig is, kan een patiënt op langere ter- mijn meer baat hebben bij een ra- dicaal behandelplan. Afhankelijk van de aard van de gebitsaandoe- ning en de moeilijkheidsgraad van de extractie zal na verwijde- ring van het gebitselement een zekere mate van verlies van harde en zachte weefsels optreden. Bij implantaten zou het weefselver- lies minimaal moeten zijn. Door ernstig weefselverlies kan het eindresultaat evenwel tegenval- len, tenzij een vorm van augmen- tatie van harde of zachte weefsels wordt overwogen. De belangrijkste oorzaken van verlies of ontbreken van gebits- elementen zijn: • paradontale aandoeningen; • cariës; • endodontisch falen; • trauma; • hypodontie. PARODONTALE AANDOENINGEN Als bij een patiënt sprake is van een vergevorderde, progressieve vorm van parodontitis, dient er zorg te bestaan voor de prognose van de dentitie in zijn totaliteit. De patiënt in afb. 2-1 vertoont kenmerken van een instabiele dentitie, met esthetische tekort- komingen. Voortschrijding van de parodontitis leidt tot recessie en verlies van weke delen. Dit re- sulteert weer in verlengde klini- sche kronen en het optreden van interdentale ‘zwarte driehoeken’. Gevolg is een ongunstig esthe- tisch resultaat. Bij dentale im- plantaten is meestal een zekere mate van wekedelen- of botaug- mentatie vereist. CARIËS Cariës verzwakt de gebitsstruc- tuur. Behandeling van cariës door middel van plastische of gegoten restauraties resulteert in verder verlies van de gebitsstructuur. Door de restauratiecyclus van herstel en vervanging verzwakt de gebitsstructuur nog meer, zo- dat uiteindelijk endodontische behandeling mogelijk noodzake- lijk wordt. In een later stadium is dan extra steun van (parapul- paire) stiften soms nodig. Zwaar gerestaureerde gebitselementen compliceren de behandelplan- ning. ENDODONTISCH FALEN Endodontische behandelingen zijn meestal succesvol; er wor- den succespercentages van 95 na tien jaar gemeld. Door het ont- breken van voldoende tandma- teriaal kan het echter noodzake- lijk worden het gebitselement te voorzien van een kroon met stif- topbouw. Hoewel de endodon- tische behandeling doorgaans voorspoedig verloopt, kan verlies van tandstructuur uiteindelijk tot verlies van het gebitselement leiden (afb. 2-2). Indien een ope- ratieve endodontische procedure moet worden uitgevoerd op een zwaar gerestaureerd gebitsele- ment, is het nuttig de kosten en baten van zo’n behandeling goed af te wegen. Vaak is het beter om het gebitselement te verwijderen dan te investeren in vervangende restauraties. TRAUMA Ernstig trauma kan verlies van harde en zachte weefsels tot ge- volg hebben. Soms is er sprake van avulsie of fractuur van ge- bitselementen. Het voorspellen van de prognose van getrauma- tiseerde gebitselementen is vaak problematisch. Een significant percentage van dergelijke gebits- elementen verliest zijn vitaliteit binnen vijf à tien jaar na het trau- ma. Daardoor zijn ze als potenti- ele pijler voor een brug of andere prothetische voorziening minder geschikt. Getraumatiseerde ge- bitselementen kunnen aan in- wendige en uitwendige resorptie onderhevig zijn. HYPODONTIE Hypodontie komt voor bij cir- ca zes procent van de bevolking. Hieronder vallen ook patiënten met palatoschisis of andere cra- niofaciale afwijkingen. Vaak lij- den deze patiënten tevens aan microdontie en is er sprake van een malocclusie. Wanneer ge- bitselementen niet zijn aange- legd, is het beschikbare alveolai- re bot veelal smal of geatrofieerd. Dit bemoeilijkt de orthodonti- sche behandeling en de daarop- volgende gebitsvervanging. Een voorbeeld wordt getoond in afb. 2-3, waarin een frameprothese te zien is bij een patiënt met hypo- dontie. Een conventionele brug was hier geen haalbare oplos- sing en de patiënt wilde geen bot- transplantatie ondergaan. Waarom is vervanging van ontbre- kende gebitselementen noodzake- lijk? Patiënten kunnen de meest uit- eenlopende verwachtingen van een tandheelkundige behande- ling hebben. Meestal gaan zij er- van uit dat frontelementen uit es- thetische overwegingen moeten worden vervangen. Een beslis- sing over het vervangen van pre- molaren en molaren wordt vaak al lastiger. Van oudsher gelden de volgende motieven voor vervan- ging van gebitselementen: • uiterlijk; • functie; • in stand houden van mondge- zondheid. Na extractie kan niet worden voorspeld of het gebitselement zich op ongewenste wijze zal verplaatsen. Er bestaat altijd het risico van scheefstand of mi- gratie van een gebitselement in de richting van het edentate ge- bied binnen dezelfde gebitsboog. Evenzo kan bij instabiele oc- clusie eruptie van de antagonist naar het edentate gebied optre- den. Accumulatie van voedsel- resten, cariës, occlusieafwijkin- gen en temporomandibular joint dysfunction (tmj), maar ook an- dere dentale aandoeningen kun- nen optreden ten gevolge van on- gewenste tandverplaatsing. Als tandverplaatsing zich vijf jaar na extractie niet voordoet, zal die ook hoogstwaarschijnlijk later niet optreden. Wordt besloten verloren gegane gebitselementen niet onmiddellijk te vervangen, dan is het raadzaam om de situ- Dit is een hoofdstuk uit het boek Implantologie: Een introductie voor de algemeen practicus (Prelum, 2006). Auteurs: L.J. Searson, M. Gough, K. Hemmings. Nederlandse redactie: M.S. Cune, G.J. Meijer. Bot zonder biologische historie… Synthetisch Osbone® - Veilig - Spongieus - BioCompatible Nieuwsgierig? Kijk voor meer informatie over Osbone® en/of andere botregeneratiematerialen op www.biocomp.eu of bel naar 073-684 72 02.